ūs, m. en n.
1. hol, grot, spelonk, zowel een natuurlijke als een kunstmatige (tunnel, schacht); ook = (overdekte) waterleiding, afvoerkanaal, sluis.
2. poët. overdr., holte, alvi, Phaedr., vulneris, Verg.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: