is, f.
1. eig., achtersteven, Colchos advertere puppim, landen bij enz., Ov.; fig., sedebamus in puppi et clavum tenebamus, ik zat op de achtersteven aan het roer = bestuurde de staat, Cic., conscende nobiscum, et quidem ad puppim, bestijg met ons het schip van staat, en wel aan de achtersteven (= als stuurman).
2. (poët.) meton., schip; (in scherts) rug, puppis pereunda est, mijn rug zal het moeten ontgelden, Pl.