pŏsŭi, pŏsĭtum (3);
I.
a. eig., openlijk ergens plaatsen, - leggen, - zetten, voorleggen, uitstallen enz., mensas palam, Cic., vexillum, Caes., alqd venale, ten verkoop, Cic., libellum, een edict publiek aanslaan, Suet., alqd oculis en ante oculos, Cic. | in ’t bijz., ten verkoop uitstallen, te koop hebben of bieden, alqd, Suet.
b. overdr., voorstellen, stellen, voor ogen stellen, maiorem spem, Caes., alqm sibi ad imitandum, Cic., vim fortunae animo, overwegen, Liv., hoc sibi solatii, quod etc., zich daarmee troosten, dat enz., Caes.; pass., proponi, te wachten staan, Cic. | zeggen, aangeven, proponat, quid dicturus sit, Cic. | schilderen, verhalen, alqd, Caes., de re, Caes., m. a c c. c. i n f., Caes. | bekend maken, epistolam in publico, Cic., leges in publicum, Cic., fastos populo, Cic.; (iets goeds) aankondigen, beloven, praemia alci, Cic.; (iets kwaads) aankondigen, dreigen met, mortem, Cic., poenam improbis, Cic.; voorslaan, -stellen, remedia morbo, Nep.; vermelden, viros notissimos, Cic.; aan de hand doen, nihil erat propositum ad scribendum, ik had geen stof van u ontvangen, Cic. | (ter beantwoording) voorleggen, quaestionem, Nep., sic est propositum, de quo disputaremus, Cic. | zich voornemen, - voorstellen, iter, Sall. alqd animo, Cic., m. ut of ut ne en coni., Cic., alci propositum est en alleen propositum est, c. i n f., Cic., Liv. | (als doel) stellen, aangeven, vaststellen, quod propositum est arti, het doel van de kunst is, Cic., qui ordo industriae propositus est et dignitati, Cic.
II. vooropstellen, vand. overdr. = veronderstellen, de eerste stelling van een sluitrede (= de major) vormen, quum proponimus, Cic.