Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Prŏmētheus

betekenis & definitie

ĕi en ĕos, acc. ĕa, voc. eu, m. zoon van Iapetus, broer van Epimetheus en vader van Deucalion.

Daarv. Prŏmēthēus, tot Prometheus behorende, Prometheïsch, iuga, de Caucasus, Prop.; Prŏmēthĭādēs, ae, m. de Promethiade (zoon van Prometheus), d. i. Deucalion.

< >