Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Prōcūro

betekenis & definitie

(1);

1. in ’t alg., zorg dragen voor, verzorgen, vervullen, corpus. Verg., sacrificia publica, Caes.
2. in ’t bijz., (voor iemds. zaken) zorg dragen, (ze) besturen, alcs negotia, Cic., hereditatem, Cic.; intr. = keizerlijk procurator zijn, in Hispania, Plin. ep. | (door offers, enz.) verzoenen, monstra, Cic., prodigia, Liv., impers., simul procuratum est, quod etc., Liv.

< >