Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Prĕhendo

betekenis & definitie

prĕhendi, prĕhensum (3), en gesyncopeerd prendo, prendi, prensum (3)

1. in ’t alg., vatten, grijpen, pakken, aanvatten, -grijpen, nemen, alqm pallio (bij zijn mantel), Pl., alqm manu, Cic., dextram, Cic.; van de grond, tellus prehendit stirpes (als nl. de bomen wortel vatten), Cic., poët.
2. in ’t bijz., staande houden (voor een gesprek), alqm, Ter., Cic. | betrappen, eā nocte speculatores (als spionnen) prensi servi tres, Auct. bell. Hisp. | (gewelddadig) grijpen, vatten, in patenti prensum Aegaeo, door de storm overvallen, Hor.; grijpen = in hechtenis nemen, alqm, Cic., Liv.; (een plaats) snel in bezit nemen, Pharum, Caes. | meton., bereiken, oras Italiae, Verg., oculis, zien, Lucr., cum ipsum ea moderantem paene prenderit, d. i. zeer duidelijk waargenomen heeft, Cic.

< >