Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Pāciscor

betekenis & definitie

pactus sum (3), (met iemd over iets) een afspraak maken, een overeenkomst treffen, het eens worden, afspreken, bedingen, een verdrag sluiten, cum alqo, Cic., alqd, Cic., alqd cum alqo, Auct. bell. Alex., of ab alqo, Sall., alqd pro alqa re, in-, verruilen (overdr.), Verg., c. inf., Liv., m. ut of ne, Liv., Hor. | van verlovingen, nuptias filiae cum alqo, Iust., ex ea domo alqam, zich met iemd verloven, Liv.

Part. pactus a, um, passief = afgesproken, bedongen, bij verdrag beloofd, vand. pacto (abl. absol.), na getroffen overeenkomst, pacto inter se, ut etc., Liv.