1. (door gebaren) tonen, wijzen.
2. (met woorden) tonen, leren, aangeven, te kennen geven, (op iets) zinspelen of wijzen, (aangaande iets) een wenk geven. | in ’t bijz., (opwekkend) wijzen op enz., fesso militi Cremonam, Tac.; poet., aanwijzen = verordenen, bepalen, aras, piacula, Verg., alci herbam, Hor.; (wegens een misdaad) aanwijzen, -geven, alqm, Tac.; poët., (iemd) aanzetten, aandrijven (om iets te doen), c. inf., Verg.
Part. monstrātus, z. a.