1. in 't alg., tastbaar = openbaar, klaarblijkelijk: abl. manifesto, adv., b.v. deprehendere, Cic.
2. praegn. = (door bewijzen, getuigenissen) overtuigd, bij iets betrapt, iets zichtbaar verradend, nocens, misdadiger, Ov., alqm manifestum habere, onweerlegbaar overtuigen, Sall., sceleris, Sall., c. inf., m. dissentire, meteen gelaat, waarop tegenspraak te lezen stond, Tac.
Gepubliceerd op 14-02-2022
Mănĭfestus
betekenis & definitie