ūs, m.
1. het glijden, lopen (loop), vliegen (vlucht), stromen, zwemmen, sluipen.
2. in ’t bijz., het naar beneden glijden, het vallen, val; overdr., misstap, val, dwaling.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: