Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Instructus

betekenis & definitie

I. a, um, p. adi.

1. toe-, uitgerust met, voorzien van, alqa re, Cic., vand. nihil instructius est ad etc., rijkelijker van middelen voorzien, geschikter, Curt.
2. onderwezen, onderricht, alqa re, Cic., in alqa re, Cic., ab (ten opzichte van) alqa re, Cic., ad alqd, Cic.

II. instructŭs, ū, m. uitrusting, tooi; fig. (van de rede), stof, gedachte.

< >