(1);
1. (opzettelijk) op iemd aanstormen, - aandringen, iemd aanvallen, (in een land) binnendringen, invallen, in hostem, Liv., aciem, Tac., agros, Liv. | overdr., zich aan iemd vergrijpen, in alqm, Cornif, rhet.
2. (toevallig) tegen iets aanlopen, -stoten, ramis, rupibus, Ov. | overdr., zich opdringen, - voordoen, oculis, Quint.