1. eig., begrenzen, binnen grenzen insluiten, - bepalen.
2. overdr., grenzen stellen, beperken. | vaststellen, bepalen. | eindigen, besluiten; in ’t bijz., finire (intr.), Tac., en mediaal finiri, Cic. poët., sterven, ook = (een gesprek of geschrift) eindigen, besluiten en absol. (intr.) eindigen, ophouden met spreken; ook = (volzinnen) afronden.