1. verzoenen, stillen (b.v. goddelijke toorn, goden enz.). | (iets, dat door de goden als teken van hun toorn gezonden is, door offers enz.) verzoenen, de kwade gevolgen ervan trachten af te wenden, onschadelijk maken.
2. (iets, dat door misdaad bevlekt is) reinigen, van zonden zuiveren. | (een misdaad) verzoenen, boeten, laten boeten; overdr., weer goedmaken, herstellen, incommodum virtute, Cic.