ŭi, ūtum (3);
I. in engere zin, plaatsen, zetten. | (als militaire term) opstellen, formeren of zich laten formeren, aciem, legionem, Caes., signa ante tribunal, planten, Liv.; ook (na een mars) halt doen houden, agmen, signa paulisper, Sall., Liv., vand. overdr., si (narratio) constituitur aliquando, Cic.
II. in ruimere zin,
a. iemd ergens een woonplaats aanwijzen: (als militaire term) iemd ergens een stelling aanwijzen, posteren; iemd in het bezit of genot van iets stellen, plebem in agris publicis, Cic.; (iemd in een betrekking) plaatsen, (tot een post) benoemen, regem, Cic., alqm in hoc munere, Q. Cic., ook Athenaeum in maxima apud regem auctoritate, Cic.
b. (gebouwen en dgl.) oprichten, bouwen, aanleggen, in orde maken, turres, Caes., vineas ac testudines, Nep., nidos, Cic.; (een inrichting en dgl.) in het leven roepen, inrichten, vectigal, Cic., aerarium, Nep.; (een overheidsambt en dgl.) instellen, scheppen, decemviralem potestatem, Nep., novi generis imperia in (tegen) alqm, Caes.; iets op touw zetten, auctionem, Cic., actionem, een klacht -, Cic., crimen in alqo, een klacht tegen iemd indienen, Cic., quaestionem, een onderzoek instellen, Cic., Quint.; tot stand brengen, vaststellen, ter navolging geven, maximum exemplum iustitiae in hostem, Cic., (een legioen enz.) oprichten, formeren.
c. inrichten, regelen, goed in elkaar zetten, op hechte grondslag vestigen, rem familiarem, Cic., overdr. van de personen zelf, qui sunt bene constituti de rebus domesticis, wier huishouden zich in goede toestand bevindt, Cic., verder rem publicam, Cic., res summa aequitate, Nep., Chersonesum, Nep., alci regnum, Nep.
d. (zaken) vaststellen, bepalen, en (met iemd anders) = afspreken, overeenkomen, in ongunstige zin = bekonkelen; (personen) voor een doel bestemmen, aanstellen, accusatorem, Cic., testes, Cic., iudices de alqa re, Cic. | m. acc. c. inf. = verklaren, vaststellen, Cic., m. volgende indirect vragende zin = zich een oordeel vormen, decideren, of ... of enz., Cic.; (als rechtsterm), (wettelijk) vaststellen, iudicium, voor rechtens bestaande verklaren, Cic., en verder = (wettelijk) beslissen, een besluit nemen, verordenen, de certo iure, Cic., de hoc (sc. Eumene), Nep. | besluiten, het besluit nemen (alqd, m. inf., m. ut, Cic.).