Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Conflīgo

betekenis & definitie

flixi, flictum (3);

1. trans., eig., tegen elkaar slaan, vand. bij elkaar brengen; overdr., bijeenhouden, een contrast doen vormen.
2. intr., tegen elkaar stoten, - botsen. | in ‘t bijz., (van strijd) in botsing komen, handgemeen worden, in strijd geraken, strijden, absol., Nep., of met armis, Cic., classe, Nep.; overdr., van de strijd voor het gerecht, leviore actione, Cic., en van tegenstrijdigheid, copia confligit cum egestate, Cic.

< >