De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Mann

betekenis & definitie

Heinrich (1871), Duits schrijver, broeder van Thomas, in zijn vroegste romans (Schlaraffenland) antiburgerlijk sarcast, later als pacifist, democraat politieke kwesties behandelend (Das Bekenntnis z. Uebernationalen, e.a.).

Klaus (1906-1949), zoon van Thomas, trad met zijn zuster Erika in cabaret tegen nat. soc. in Duitsland op, vertegenw. de zgn. decadente lit. (Der fromme Tanz, Flucht in den Morgen, e.a.).

Thomas (1875), befaamd Duits schrijver, 1933 uitgeweken, sedert 1936 in V.S., begon in zijn bekende familieroman Die Buddenbrooks (1901) als een der aanvoerders van lit. impressionnisme, kwam met fijne sensibiliteit, speurzin voor alle menselijke kneuzingen, ironie, begrijpend oordeel, diepe melancholie en kunst om stemming te scheppen, alles verbonden met krachtige en koele humaniteit, tot meesterwerken als de romans Königl. Hoheit. Der Zauberberg, de novellen Tonio Kroger en Der Tod in Vencdig. Hij schreef voorts het Goetheboek Lotte in Weimar en toont in zijn essayistische werken zijn overgang van nationalist tot democraat, soc. humanist en weergaloos strijder tegen Hitlerisme en elke dictatuur. Nobelprijs 1929.

< >