(natuurk.), temperatuurgrens, waarbeneden de uitzetting van een gas, zonder dat er uitwendige arbeid verricht wordt (Joule-Thomson effect), gepaard gaat met temperatuur-daling. De I. ligt des te hoger naarmate het gas zich gemakkelijker vloeibaar laat maken; zo ligt het voor waterstof bij -80,5° C en voor helium bij -269° C.
Bij het werken met bepaalde types koudemachines (Linde!) is het voor het bereiken van positief resultaat van essentieel belang dat men zich beneden de I. bevindt.