De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Gemeente

betekenis & definitie

in Nederl. het laagste publiekrechtelijk lichaam op territoriale grondslag in de Staat met aan het hoofd een Raad (Gemeenteraad) door en uit de ingezetenen der G. waarvan de Burgemeester* voorzitter is. Het dagelijks bestuur der G. is in handen van het college van Burgemeester en Wethouders (B. en W.).

Uit kracht van G.W. 148 heeft de Raad de bevoegdheid regels te stellen voor bestuur en huishouding der G. (autonomie). De G. verkrijgt haar geldmiddelen doordat het Rijk een bepaald percentage van de gehele opbrengst der directe belastingen over de Gemeenten verdeelt.In Blg. is de G. een rechtspersoonlijkheid en een publiekrechtelijk organisme dat over een zekere autonomie beschikt. De inrichting der G. op de grondslag van art. 108 Gw. geregeld bij Gemeentewet van 30 Maart 1836, sedertdien herhaaldelijk gewijzigd, o.a. in 1921 en 1922. Het bestuur berust bij een Gemeenteraad, een Schepencollege en een Burgemeester. De Raad wordt gekozen door de ingezetenen, het Schepencollege door de Raad; de Burgemeester wordt benoemd door de Koning. De Raad is bevoegd, verordeningen te maken; de uitvoerende macht berust bij de Burgemeester.