(Lat. capacitas)
(1), vermogen, kracht;
(2) geschiktheid, bekwaamheid;
(3) hoeveelheid water, die per seconde door een rivier of kanaal kan worden afgevoerd;
(4) maat voor de hoeveelheid electriciteit, die een condensator bij een bepaalde spanning kan opnemen. Hierbij geldt de formule Q = V x C, waarin Q = lading, V = volts, C = capaciteit, z Farad.