(1788-1860), Duits wijsgeer, hoofdvertegenwoordiger van het pessimisme in de Duitse filosofie. Aanvankelijk in de handel werkzaam; koos na de dood van zijn vader een wetensch. loopbaan.
Prof. te Berlijn tot 1831; leefde daarna teruggetrokken te Frankfort a.d. Main. Zijn filosofie, in hoofdzaak neergelegd in zijn voornaamste werk Die Welt als Wille und Vorstellung (1819), kenmerkt zich door een streng doorgevoerd idealisme; de wereld is slechts voorstelling van het denkend subject. In de reflectie op ons zelf openbaart zich deze wereld in haar diepste kern als wil. De wil is de drijvende kracht der werkelijkheid, blinde, irrationele, volkomen a-logische drang tot leven. Leven is echter identiek met lijden.Hoogste wijsheid is derhalve: negatie van de wil tot leven; hoogste zedelijkheid: mede-lijden in de meest uitgebreide zin, waardoor de noodzakelijkheid van de negatie des levens des te sterkere nadruk krijgt. Andere belangrijke werken: Parerga und Paralipomena, Die beiden Grundprobleme der Ethik.