Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

oostaziatische kunst - China - schrift

betekenis & definitie

OOSTAZIATISCHE KUNST: HET SCHRIFT ALS KUNST

Op een essentieel punt verschillen China en Japan van de rest van de wereld en vermoedelijk zal de rest van de wereld de Oostaziaten op dit punt nooit kunnen volgen of begrijpen. We bedoelen het schrift en de hoge waarde die aan het schrift werd gehecht. Wij hebben daar geen woord voor; onze term calligrafie is een ontoereikende omschrijving. Daarmee bedoelen we doorgaans het ambachtelijk beoefende en artistiek gevormde schoonschrift. Voor de Oostaziaten heeft het schritt niet alleen een eigen (zeer hoge) aesthetische waarde, maar bovendien is het voor hen expressie en zinnebeeld van de hoogste menselijke kunst en cultuur in absolute zin. Naar hun opvatting begint de cultuur pas in de tijd dat men kan schrijven; het woord ’wen’ kan evengoed literatuur, kunst als decoratie betekenen. Voorbeelden van goede handschriften, d.w.z.. handschriften die niet onregelmatig zijn, maar evenmin onpersoonlijk en onexpressief, werden sinds eeuwen in steen gehouwen. Afdrukken daarvan of houtsnedereproducties werden als voorbeelden verbreid; iedereen kon aan de hand van die voorbeelden net zo lang en zo grondig oefenen

tot hij het voorbeeld kon laten rusten en tot eigen expressie kwam.Het schrift is de eerste en tevens de hoogste kunst in Oost-Azië. Wij moeten proberen dat in te zien, al zal er onder ons misschien niemand zijn die de bijzondere artistieke kwaliteiten kan beoordelen van deze Oostaziatische handschriften, waarin origineel en kopie, echt en nagemaakt kunnen worden onderscheiden. De zeer speciale waarde die in Oost-Azië aan het schrift wordt gehecht leidde tot merkwaardige konsekwenties.

Omstreeks het begin van onze jaartelling mocht in China geen beschreven blad worden weggegooid; ieder overbodig blad moest worden verbrand. We moeten dit zien als een religieus gefundeerde eerbied voor een magisch middel, dat oorspronkelijk slechts voor heilige doeleinden werd gebruikt. De personen in wier handen het lag kregen als het ware een priesterlijke macht. Later werd het schrift de grondslag voor de schilderkunst, maar ook de spirituele ontspanning van de Chinese intellectuelen. Toegespitst kan worden gezegd, dat aan de hand van het schrift het begrip kunst zich heeft gevormd. Ook wij spreken immers van vrije kunsten en betreuren dan dat de kunst moet worden betaald.

In China, als wellicht nergens anders ter wereld, bestaat vrije kunst, in de eerste plaats het schrift, en deze kunst wordt beoefend zonder economische noodzaak, alleen ter wille van de kunst. De middelen voor het schrijven zijn dezelfde als die voor het schilderen; ieder die met het penseel leert schrijven moet tevens een paar bloemstukken of bamboestukken schilderen, om gevoel te krijgen voor artistieke compositie en ook voor de tekens; ieder die heeft leren schrijven kan dus tevens werktuigen van de schilder hanteren. Ongeveer sinds de vierde eeuw na Christus komt ook de schilderkunst buiten de sfeer van het voorzien in het levensonderhoud; zo wordt de vrijetijdsbesteding van China’s meest verfijnde geesten er een, die een strenge scholing heeft doorgemaakt en die haar werktuigen hanteert met somnabulistische zekerheid.

Schrijven leren betekende echter tevens: dat wat men te zeggen had in een ondubbelzinnige en fraaie vorm voordragen; het betekende het ontwikkelen van stijl in literaire zin. Vandaar dat de Chinezen sinds de tijd van Confucius liederen en gedichten uit het hoofd hebben geleerd; deze werden altijd gezongen, nooit alleen gelezen. Vandaar ook dat er volgens de opvattingen der Oostaziaten slechts vier wezenlijke kunstgenres bestaan (calligrafie, schilderkunst, poëzie en muziek) die als vrije en ware kunsten moeten worden beschouwd. Een stijlgeschiedenis van de Oostaziatische kunst, van de dertiende eeuw af tot de

tegenwoordige tijd toe, zou kunnen worden geschreven alleen aan de hand van de

geschiedenis der calligrafie.

door Prof. Dr. W. Speiser.