Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Oceaniërs – Oceanië - Polynesië – Centraal Oceanië

betekenis & definitie

DE KUNST DER OCEANIËRS: POLYNESIE: CENTRAAL OCEANIË

De drie groepen Fidzji-, Samoa- en Tonga-eilanden liggen dicht bij elkaar en door het voortdurende contact van vreedzame of oorlogszuchtige aard is hun cultuur min of meer uniform. Toch is de Fidzji-groep naar ras en taal volkomen Melanesisch, terwijl in de beide andere groepen het Melanesische element alleen nog aan bepaalde details is te onderkennen. Kenmerkend voor alle drie de eilandengroepen is het ontbreken van een eigenlijke plastiek. De Fidzji-eilanden hebben als specialiteit alleen een merkwaardige keramiek, dubbele en drievoudige vaten met beugelhengsels en fraai geglazuurd met hars; ze worden vervaardigd door een pottenbakkerskaste. Voor het overige ontbreekt in Polynesië de pottenbakkerij; als vaatwerk worden kalebassen gebruikt of houten schalen.

De scheepsbouwers vormden een eigen kaste; eveneens de vervaardigers van de kunstzinnige en gevarieerde knotsen. De meeste van de fraaie besneden knotstypen zijn gemeenschappelijk voor alle drie de eilandengroepen. De Fidzji-eilanden hebben als specialiteit wortelknopknotsen, waarvan de slagknop vervaardigd is uit de wortelstok; het bijbehorende stammetje dient als steel.

De greepeinden van de knotsen zijn fraai bewerkt in kerfsnedepatronen en ook de platte knotsen hebben een zeer fraaie decoratie. Op de Samoa- en de Tonga-eilanden kunnen de in kerfsnede ingesneden geometrische patronen ook met kalk worden gevuld en dan weer gewassen; het snijwerk steekt dan wit af.

De donkere bewoners van de Fidzji-eilanden kennen ook de tatoeage; de lijnen worden getrokken met gloeiende kolen. Ze passen de zogenaamde mika-operatie toe, die overigens alleen bij de Australiërs voorkomt; daarbij wordt de pisbuis in zijn

gehele lengte opengesneden. De operatie wordt pas uitgevoerd als de mannen dertig of veertig jaar zijn en ze wordt tegenwoordig verklaard als middel tot afvoering van kwalijke vochten.

De bewoners van de Fidzji-eilanden waren beruchte menseneters. Een missionaris vertelde over een hoofdman, die de gewoonte had voor iedere gegetene een steen als herinnering neer te leggen. De steenhoop, die hij op deze manier vormde, bestond uit meer dan achthonderd exemplaren. De menseneters hielden er een eigen ceremonieel op na; het vlees moest worden opgediend op speciale ronde schalen, met een rand en op gesneden voeten en het moest worden gegeten met vorken met verscheidene tanden. Er is reeds sprake geweest van de hoge vlucht welke de tatoeëerkunst nam op de Samoa-eilanden; de patronen waren relatief eenvoudig. Als lichaamstooi werden voornamelijk kettingen van bloemen gebruikt, zoals ook op Hawaï. Tot de tooi behoorden ook voorhoofdgordels uit schelpen en schildpadringen. De kammen hadden opengewerkte grepen in zeer gevarieerde vormen. De redenaars- en bodestaven waren fraai besneden.

Het vlechtwerk was van hoog niveau. De waaiers waren van diverse typen en de matten gingen in de adellijke families van het ene geslacht op het andere over en hadden hun eigen stambomen. Ze werden als huwelijksgoed doorgegeven en als betaalmiddel gebruikt. De patronen zijn zeer kunstzinnig. De kostbare

exemplaren zijn bezet met rode veren.

door Prof. Dr. D. J. Wolfel.