Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Lakwerkkunst

betekenis & definitie

China: zuiver lak is het sap van een inheemse boom. Het wordt met verf en andere stoffen vermengd.

Daarna wordt deze lak op een voorwerp aangebracht. Deze techniek was in China al bekend tegen het einde van de Chouperiode (1027-256 v. Chr.). Van de Hanperiode zijn er voorbeelden gevonden in graven op Korea en in Mongolië. Tijdens de T’angperiode bloeide de lakwerkkunst hoog op en werd met inlegwerk versierd. Tijdens de Yüanperiode bereikte deze kunst een hoogtepunt. In de Mingperiode werd deze techniek ook toegepast op gebruiksvoorwerpen. In Peking zijn in 1680 door keizer K’anghsi lakwerkateliers geopend en als zodanig kregen deze ateliers een goede naam. Gedurende de 18de en 19de eeuw nam de kwaliteit af en de kwantiteit voor de uitvoer toe.Japan: Uit literaire bronnen kunnen wij opmaken, dat de lakwerkkunst in lapan al bekend was onder het keizerschap van Köan (392-291 v. Chr.) maar ge-

heel zeker is dit niet. De eerste bekende lakdoos is uit de 7de eeuw. In Japan zijn daarna ware kunstwerken op dit gebied geproduceerd,

zie oostaziatische kunst – China – omgrenzing;

zie oostaziatische kunst - China – feodale tijd;

zie oostaziatische kunst – lakkunst;

zie oostaziatische kunst – Japan – 16e eeuw;

zie oostaziatische kunst - Japan – 17e eeuw;

zie oostaziatische kunst – Japan – 18e eeuw;

zie Indische kunst - Myanmar;

zie Islamitische kunst – Perzië – paviljoens.