Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Byzantium - Byzantijnse kunst - Balkanlanden - monumentale wandschildering - stijlveranderingen

betekenis & definitie

BYZANTIJNSE KUNST IN DE BALKANLANDEN:

DE MONUMENTALE WANDSCHILDERING: STIJLVERANDERINGEN

In de muurschildering van de dertiende eeuw werkt nog de tra¬ditie na van de Byzantijnse wandschildering en mozaïekschilde- ring. In de fresco’s van Milesevo (de kerk werd omstreeks 1236 onder koning Vladislaus gebouwd; de fresco’s kunnen echter van latere datum zijn) manifesteert zich in de nabootsing van de gouden mozaïekachtergrond door een gele kleur, in de plastische model¬lering, de monumentale gewaadbehandeling en de illusionistische kleuring van de gezichten de monumentale Byzantijnse stijl.

De latere wandschilderingen van Sopocani (1272-1276 of later), hoofdzakelijk de voorstellingen van de profeten, de apostelen, de Kruisiging en het ontslapen van Maria, vertonen een nieuwe monumentale figurenstijl, die met de plastische ronding, de zelf¬bewuste houding, de monumentale val van de gewaden, de antikwiserende tendenties en de illusionistische lichaamsbehandeling zijn stijlparallellen heeft in de Italiaanse schilderkunst van de dertiende eeuw, namelijk in de engelvoorstellingen van Grotta- ferrata (1272), de fresco’s in Sta. Maria in Vescovia (1270), in oudtestamentische taferelen uit de bovenkerk in S. Francesco in Assisi (1270-1280) en in de werken van Pietro Cavallini (Sta. Cecilia).

Bij de beschouwing van de wisselwerkingen tussen Byzantijnse schilderkunst en die uit het avondland in de Balkanlanden moeten twee historische verschijnselen in het oog worden gehouden: ten eerste de versmelting van de Byzantijnse schilderkunst en die uit het avondland in de Paleologenschilderkunst van buiten de Balkanlanden, en ten tweede het doorwerken van diverse Italische invloeden in de Balkanlanden, een proces dat begunstigd werd door de bovengenoemde versmelting in de Paleologenschilderkunst.

In de veertiende eeuw verandert de situatie. Door de zuidooste¬lijke expansie van de Servische staat onder Milutin en Dusan vindt ook in de wandschilderkunst een sterke toenadering plaats tot de laat-Byzantijnse schilderkunst van de Paleologen. Het vaker voorkomen van de verhalende stijl, de friesachtige manier van voorstellen, de voorkeur voor Lijdenstaferelen, de verlevendiging van de taferelen, de versterkte psychische impressie (passietaferelen in Staro Nagoricino, in Gracanica), de individualisering, de antikwiserende figuren - en architectuurvoor- stellingen, de vrijere ruimteweergave (voorstelling van de Tempelgang van Maria in Studenica), verder de verkleining van het beeldformaat, dat alles wijst op een losser worden van de strenge hiëratische stijl der monumentale Byzantijnse wandschildering, zoals die in de dertiende eeuw in de Balkanlanden nog overheersend was geweest. Het losser worden van het strenge Byzantijns-hiëratische versie- ringssysteem en het verzwakken van de ’schone stijl’ hebben zich nog verder doorgezet in de latere wandschilderingen, die ontstaan zijn in de tijd van Stefan Dusan of vlak na hem in Decani (1348), in Matejic (na 1355), in het Narkovklooster (omstreeks het midden van de veertiende eeuw) en in Lesnovo (1349).

De laatste fase van de geschiedenis van de Servische schilderkunst vormt de zogenaamde school van Resava en deze verloopt op dezelfde wijze als de geschiedenis der architectuur in het Moravadal. In de wandschilderingen van Ravanica (1381), Lubostinja (tussen 1402-1405), Manasija (1406-1418) en Kalenic (tussen 1407-1413) verbreidt zich een nieuwe illusionistische stijl, die afhankelijk is van de Griekse schilderkunst, vooral van de fresco’s van Mistra (Peribleptosklooster). Deze illusionistische stijl manifesteert zich in een versterking van de monumentaliteit (Lubostinja), en van de impressionistische kleurwerking, in het grotere formaat, in het pasteuze opbrengen van de verf en de sterkere licht- en schaduwwerking (bijvoorbeeld in de voorstellingen van de heilige Maximos in Ravanica, van de engel in Manasija en van Johannes de Barmhartige in Kalenic).

door Prof. Dr. W. Sas-Zaloziecky.