Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Afrika - oud-Afrikaanse kunst - architectuur

betekenis & definitie

OUD-AFRIKAANSE KUNST: ARCHITECTUUR

De megalitische grafmonumenten van wit Afrika buiten Egypte uit de voor-punische en voor-Romeinse periode, met menhirs en dolmens, lijken sterk op de megalietmonumenta van West- en Zuid-Europa. Merkwaardig zijn alleen de cilinderachtige structuren, vaak in twee verdiepingen, die door de huidige bewoners

basina’s worden genoemd. Enkele enorme grafbouwwerken in Algerië zijn stellig uit de Punische of zelfs de Romeinse tijd, maar ze maken een zeer oude indruk; architectonisch zijn ze verwant aan de Etrurische tumuli van Caere en aan de Egyptische pyramiden. Evenals de grote grafheuvels van Caere hebben ze een

megalitische cirkelronde heuvel rondom het graf, dat met muren is omgeven, en daarop staat een stomp-cilindrische afsluiting; bovendien is de ringmuur architectonisch geleed in een trant die te vergelijken is met de Griekse. Van binnen lijken de noordafrikaanse grafbouwsels sterk op de Egyptische pyramiden. Ze

hebben gangen, die op steile schachten uitlopen, om de grafrovers te misleiden, en evenals in de pyramiden zijn er sponningen in de zijwanden van de gangen, waarin stenen platen kunnen worden neergelaten. Deze gebouwen gaan door voor grafmonumenta van de Numidische koningen.

Een uitzonderlijk en raadselachtig grafmonument is dat van Tin-Hinan; volgens de huidige Tuaregs is dit een gedenkteken van een vorstin. Het Institut Français d’Afrique Noire (IFAN) heeft in de Sahara enkele zeer oude bouwwerken opgespoord, die een postmegalitische indruk maken. Bij een van deze bouwwerken is het opmerkelijk, dat zich voor de deur en binnenin stenen platen bevinden, waarop dieren zijn gegraveerd, volkomen in de stijl van de rotskunst uit de Sahara. Ziehier een interessante chronologische verwijzing naar relaties met de rotskunst.

De nieuwere bouwwerken uit Marokko, de Sahara en de Islamitische Soedan hebben een eigen stijl. De wanden van de vierkante bouwwerken zijn van metselwerk met gedroogde stenen of gedroogde tegels of simpel uit aangestampt leem. De hoeken zijn doorgaans geflankeerd door torens en een typisch element zijn de vensteropeningen en bovenranden met ornamenteel in visgraten en andere patronen gelegde tegels. De vaak zeer hoge muren worden gesteund door doorgaande balken, waarvan de uiteinden uitsteken uit de buitenwanden; ze hebben een zelfde functie als bij ons de ijzeren dwarsbalken. Omdat deze bouwstijl niet alleen voorkomt in het tegenwoordige Islamitische gebied, maar ook bij de oude heidens gebleven stammen van het Nigerplateau, moet hij voorislamitisch zijn en zeer oud. Dezelfde ornamentiek, echter niet met tegels, maar met granietblokken, hebben de Zimbabwe-bouwwerken van Rhodesië. Voor zover ik weet is er tot nu toe geen aandacht besteed aan deze overeenstemming met Noordafrikaanse architectuurvormen.

Daarmee zijn we toe aan deze Rhodesische bouwwerken, waarover zoveel gefantaseerd en gegist is. De radio-carbon-test komt voor deze bouwwerken tot een aanmerkelijk hogere ouderdom dan tot dusver werd vermoed. Ik ben er van overtuigd dat hier verbanden liggen met postmegalitische bouwwerken, gezien de massieve kegeltorens, de muurspiralen en andere details. Dat de bouwwerken verband houden met de oude goud- en koperwinning is hoogst waarschijnlijk. Ook dat ze primair of secundair tevens als vestingen fungeerden.

Burchten van gestampt leem met ronde torens in de hoeken, die herinneren aan bepaalde huisurnen uit het grijze verleden van Europa, zijn te vinden bij de Tamberma en ver daarvandaan, in Oost-Afrika, werden burchten uit leem gebouwd, die voor een deel in de bodem waren ingegraven met onderaardse toegangen.

Frobenius heeft een vergelijking willen trekken tussen het merkwaardige huistype bij de Yoruba met de door hem impluvium genoemde lichtschachten, en het Italische atriumhuis. Ik kan in dat Yoruba-huis slechts een lichtschacht zien, die licht moet brengen in vensterloze ruimten. Frobenius kwam tot zijn interpretatie doordat hij de Westafrikaanse culturen afleidde van Etruskische invloeden (Atlantis).

In Zuid-Afrika komen stenen kegelhutten voor die met overkraging zijn gebouwd. Ze behoren tot een late fase van de megalitische cultuur en lijken sterk op de trulli die tegenwoordig nog op de Monte Gargano in Italië worden gebouwd, en op de westfranse herdershutten. Terrassenbouw wordt niet meer toegepast, maar er bestaan archaeologische aanwijzingen voor. Wat de Afrikanen overigens hebben gebouwd valt niet onder het begrip kunst.

door Prof. Dr. D. J. Wolfel.