v. saamhorigheid, aansprakelijkheid van allen voor één en één voor allen, belangengemeenschap.
solide, dicht, vast, massief; duurzaam, stevig, hecht;
betrouwbaar, degelijk in geldzaken.
solideren, bevestigen; het vertrouwen vestigen.
soli Deo gloria, (Lat.) aan God alleen (zij) de eer. solideo, (Lat.) v. R.K. rond schedelkapje van geestelijken, dat zij alleen voor het Allerheiligste of „God alléén” behoeven af te nemen.