o. genademiddel; in de Protest, kerk zijn er twee; Doop en Avondmaal (in de oud Luth. kerk bovendien het Vormsel); in de R.K. Kerk zeven: de Doop, het Vormsel, het Sacrament des Altaars (Communie), de Biecht, het Oliesel, het Priesterschap en het Huwelijk.
— Somtijds ook als een soort vloek gebruikt: sapperment! sakkerloot!