zuurde, h. (1), i. (2) gezuurd (zuur 1 maken, 2 worden):
1 het deeg zuren;
2 die haring moet eerst nog zuren, goed in het zuur liggen; zegsw. zie v a t II, 1.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
zuurde, h. (1), i. (2) gezuurd (zuur 1 maken, 2 worden):
1 het deeg zuren;
2 die haring moet eerst nog zuren, goed in het zuur liggen; zegsw. zie v a t II, 1.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: