Gepubliceerd op 11-11-2021

zoeken

betekenis & definitie

onr. w.w., zocht, h. gezocht (1 trachten te vinden [wat verloren is]; 2 trachten te krijgen; naar iets streven; 3 elke gelegenheid aangrijpen om iem. onaangenaam te zijn):

1. naar een boek zoeken; ik zoek mijn sleutels;
2. een betrekking, een dienst zoeken; eigen voordeel beogen; werk zoeken; ruzie willen hebben; iem. zoeken te bedriegen, beproeven; een vrouw zoeken, willen trouwen; zoekt en gij zult verkrijgen; wie zoekt, die vindt; ook in bet. 1;
3. de leraar zoekt mij altijd; België: rechtst. geen lid van Kamer of Senaat kan gezocht worden, op enigerlei wijze worden lastig gevallen; nog: zegsw. dat had ik achter (of: bij) hem niet gezocht, daartoe had ik hem niet in staat geacht (gunstig en ong.); tegen een hond: zoek, zoek; naar zijn woorden zoeken, niet gemakkelijk spreken; zie gezocht; zn. hij is aan het zoeken.