Gepubliceerd op 11-11-2021

weerga

betekenis & definitie

I. weergade, v.; zie w e d e r g a.

II. v. (drommel, bliksem): om de weerga niet; als de weerga! vlug! wat weerga! wat weerga moet ik daar doen? loop naar de weerga, ergens de weerga van geven; soms als persoon, en dan m.: Nurks luchtte zijn hart over den „lastigen dikken weerga”.