Gepubliceerd op 11-11-2021

tweede

betekenis & definitie

telw.:

1. ranggetal, zelfstandig en bijvoeglijk: de tweede April; Willem de tweede, de 2e

graaf, stadhouder, koning van die naam; hij is de — dien ik zie;

2. verdelingsgetal zelfstandig en bijvoeglijk: het — (deel); nog in de bijw. uitdrukking: ten —.

< >