Gepubliceerd op 11-11-2021

tros

betekenis & definitie

m. trossen;

1. bundel vruchten uit de bloeiwijze onder 2. beschreven, ontstaan: een tros druiven, een trosje bessen; ook: een tros wormen, bos;
2. plantk. bloeiwijze met gesteelde bloemen langs de bloemspil: de goudenregen heeft gele bloemen, die meestal in trossen hangen;
3. mil. krijgstrein, legerbagage; de manschappen, bij de tros behorend: zie legertros;
4. kabel, uit drie of vier strengen in elkaar gedraaid: een tros van 100 m lengte.

< >