Gepubliceerd op 11-11-2021

tot

betekenis & definitie

I. vz.:

1. betrekking van plaatsrichting, nl. tot zekere grens: ik reis mee tot A’dam; reiken tot aan de borst; tot aan de top; tot boven de daken; tot op een cent; tot elke prijs; tot in de dood (getrouw);
2. van tijd: tot 1792; ik heb les van 10 tot 12; ik blijf tot Maandag; tot nu (of: nog) toe; 3. van doel: ik zeg dit tot uw best; iem. aansporen tot vlijt;
4. bij een bepaling van gesteldh.: benoemen tot directeur, als; II. vgw.: wacht, tot ik u roep, totdat.