Gepubliceerd op 11-11-2021

tapijt

betekenis & definitie

o. tapijten (O.-Fr. tapit, Gr.-Lat. tapetum: [vast] kamervloerkleed; Z.-N. behangsel): verg. karpet: een Smyrnaas tapijt; fig. het gras is het tapijt der velden; iets op het tapijt brengen, ter tafel, b.v. in een vergadering, waar dikwijls een groen laken, kleed of tapijt de tafel bedekt; op het tapijt komen.

< >