v. schroeven (1 cylinder [al dan niet met een kegelvormige punt] waarin een spiraalvormige gleuf is uitgesneden of geperst, die in een overeenkomstige gleuf van een hol lichaam past of zich in hout kan insnijden; 2 as, waaraan twee of meer gebogen bladen zijn bevestigd, door welker draaiing voortbeweging in het water of in de lucht wordt verkregen; 3 klem, die door een schroef in bet. 1 wordt aangedrukt, bankschroef; 4 naam ener bloeiwijze; 5 zekere wijze van duiksprong, van kunstzwemmen):
1 de schroef aanzetten, doen klemmen; een schroef losdraaien; zegsw. dat staat op losse schroeven, niet vast, is onzeker; iets op losse schroeven zetten, wankelend maken; muz. onderdeel v. e. snaarinstrument, om de snaren te spannen; een houtschroef;
2 de schroef van een stoomboot maakt een wentelende beweging;
3 zij moedigde de uitvinding van schroeven, plombs en spanriemen niet aan;
4 de schroef en de schicht komen wel eens met een scherm overeen;
5 de schroef leren.