Gepubliceerd op 11-11-2021

rond

betekenis & definitie

I. bn.

1. alle delen van het oppervlak op gelijke afstand van het middelpunt hebbende; bol- of kogelvormig; ook wel: gedeeltelijk bolvormig: een ronde ivoren knop; een ronde kogel; ronde bellen;
2. cilindrisch, rolrond: een ronde staaf;
3. cirkelvormig, kringvormig; ook: gedeeltelijk cirkelvormig: een ronde vijver; een rond gebouw, met cirkelvormige plattegrond; een ronde wenkbrauw; 4. gevuld; niet hoekig of scherp van lijnen en omtrek: zijn rond buikje; ronde, mollige armpjes; een ronde kin;
5. vol, welluidend, volklinkend: een ronde boerinnestem;
6. van tijdruimten: geheel, vol: een rond jaar;
7. van getallen enz.: afgerond tot tientallen, honderdtallen enz.; ook: bij benadering juist, slechts, ongeveer: in ronde cijfers; we zullen de som rond maken; Z.-N. een ronde som, een flinke som; 8. ongeveinsd, openhartig; rondborstig (bij het ruwe af): een ronde vent; een ronde flinkheid; ronde taal; met ronde woorden, onverbloemd, duidelijk; een ronde lach, gulle; goed Zeeuws, goed rond;

II. o. -en als zn.

1. in het rond(e), a) in een cirkel, in een kring, b) in de omtrek,c) in alle richtingen: sla uw ogen in het rond; nergens in het rond;
2. bol: dit rond, de aarde;
3. een ronde cirkelvormige ruimte; een ronde plaat, medaillon, paneel enz.: een rond voor bloemen; er stond een reliëf in een rond;

III. bw.

1. bol-, cilinder-, cirkelvormig: rond gezwollen, gedraaid, gebreid;
2. gevuld: de hals stond rond op de romp;
3. ongeveinsd, openhartig: rond zijn mening zeggen; zegsw. ergens rond voor uitkomen;
4. vz.
4.1. om, rondom, om iets heen: rond de tafel;
4.2. Z.-N. in de omtrek: rond Gent wonen;
4.3. om en bij: hij is rond de 50 jaar (beter: een goede 50 j. of: ongeveer);
4.4. Z.-N. in alle richtingen: hij wierp zijn blikken rond de kamer; rond komt voor als eerste lid van scheidbare samenst. met w.w., als: rondbrengen enz., met de bet. in de rondte, naar de rij af, naar alle zijden.