Gepubliceerd op 11-11-2021

pragmatisch, pragmatiek

betekenis & definitie

bn., bw. (Gr. pragma = zaak, daad: algemeen nuttig; leerrijke oplossing gevend; feitelijk): de geschiedenis pragmatisch behandelen, d.i. aan de hand der feiten, niet bespiegelend, maar oorzaken en gevolgen ter lering behandelend; de pragmatieke sanctie, algemeen geldige en onaantastbare landsverordening, inz. van keizer Karel VI in 1724, waarbij zijn dochter Maria Theresia hem zou opvolgen.

< >