Gepubliceerd op 11-11-2021

plant

betekenis & definitie

v. planten (Lat. planta: 1 elk van stengel en bladeren voorzien gewas, dat zijn voedsel uit de aarde trekt; inz. met beperking tot de kleinere gewassen met uitsluiting der bomen; 2 bij uitbr. toegepast op al wat in de aarde groeit):

1 de plant kiemt, loopt uit, groeit, kwijnt, verdort, sterft; in het wild groeiende planten; planten (op)kweken, verzorgen; bij verg. en fig.: de psychologie is een jonge plant, staat nog in het begin van haar ontwikkeling; een tedere plant, een teer plantje, iets a) dat veel zorg vereist, b) dat weinig verduren kan;
2 een plant is een levende eenheid, in ’t alg. zonder willekeurige beweging; eenjarige planten;

nog: Barg. = beurs.