v. planeten (Gr.-Lat. planeta = oorspr. dwaler: 1 dwaalster: donker hemellichaam, om de zon wentelend en van haar licht en warmte ontvangend, en zijn plaats ten opzichte van de vaste ster voortdurend veranderend, b.v. Mercurius, Venus, de Aarde, Mars; 2 benaming voor de gezamenlijke voorspellingen betreffende de invloed van een bepaalde planeet, voorkomende in het Groot Planeetboek en daaruit overgedrukt op losse blaadjes papier; zulk papiertje, waarop iemands toekomst te lezen staat):
1 onze planeet, de aarde; zegsw. onder een gelukkige planeet geboren zijn, bestemd voor geluk;
2 een planeet trekken, zie h o r o s c o o p; iem. zijn planeet lezen, zijn lot voorzeggen.