Gepubliceerd op 11-11-2021

panorama

betekenis & definitie

o. panoramas (Gr. horama = gezicht, woord van ± 1789, 1 rondtafereel: cirkelvormig schilderstuk met een werkelijke voorgrond, hetwelk een stad, een landstreek, een tafereel in zijn geheel voorstelt, terwijl de beschouwer in het midden staat; ook: het gebouw zelf; 2 een vergezicht naar alle of vele kanten, b.v. van een toren; 3 kaart of plaat, die een overzicht geeft v. d. loop v. e. rivier, een landstreek enz.):

1. het eerste panorama is van den Iersen schilder Robert Barker, die in 1718 er patent voor kreeg en de naam bedacht; het panorama staat op dit plein;
2. een prachtig panorama van de Maas;
3. panorama op de stad van een hoogte.