Gepubliceerd op 11-11-2021

molen

betekenis & definitie

m. -s, molentje;

1. inrichting of voorwerp tot het fijn maken van graan, verf, kruit enz.: een windmolen, een watermolen; een korenmolen, een koffiemolen; poldermolen; zegsw. dat is water (of: koren) op zijn molen, a) dat is in zijn voordeel, in zijn belang, b) daar groeit hij in; geen koren v. d. molen sturen, geen klant wegsturen, fig. geen voordeel of winst doen verloren gaan; de molen is (of: loopt) door de vang, a) de molen wordt door de vang niet tot stilstaan gebracht, b) de zaak is in de war, c) het scheelt hem in ’t hoofd; hij loopt met molentjes, heeft een slag van de molen weg (of: beet), is niet al te wel bij het hoofd;
2. kinderspeelgoed (inz. als verkleinwoord), bestaande uit vier wiekjes, wier as aan een stokje is bevestigd: een molentje kopen;
3. afkorting van mallemolen: ze reden een ronde in de molen.