gelocaliseerd (Fr. 1 tot een bepaalde plaats of binnen bepaalde grenzen beperken; 2 een plaats toekennen aan iets):
1. een ontsteking localiseren, een opstand localiseren; een besmettelijke ziekte localiseren, tot zekere kring beperken;
2. bij een afgezet been pleegt men de pijn toch te localiseren in het been, (s = z).