v. liefden (1 warme genegenheid; 2 gevoel van welgezindheid, opofferingsgezindheid enz., in verband met de [christelijke] godsdienst:
3 oprechte en warme belangstelling; het prijsstellen op; zwak voor; 4 in vaste verbindingen; 5 voorwerp van liefde):
1. de liefde tot zijn ouders, tot zijn land; zusterlijke liefde; een remedie tegen de liefde, een lelijke vrouw;
2. de liefde tot God; de drie goddelijke deugden zijn geloof, hoop en liefde; om de liefde Gods;
3. liefde voor de kunst;
4. iems. liefde beantwoorden; liefde voor iem. gevoelen; met liefde sterven voor; om de liefde van, ter wille van; ter liefde van; uit liefde, op grond van; oude liefde roest niet, verdwijnt nooit geheel; liefde is blind, a) ziet de gebreken niet van het voorwerp der liefde, b) redeneert, overlegt niet; oude liefde ziet geen leed = a) v. voorafgaande zegsw.;
5. Koosje, zijn eerste liefde; de Eeuwige Liefde, God.
