Gepubliceerd op 11-11-2021

kom

betekenis & definitie

v. kommen, kommetje (1 bakje, schaal; kopje; in Z.-N. een „groot” kopje (zonder oor); 2 komvormige diepte in de aardoppervlakte; 3 dergelijke diepte met water gevuld; bassin, vijver; 4 kleine haven; 5 de binnenkring v. e. gemeente);

1. een kom vol saus, een kom voor soep; een kommetje koffie; zie krib;
2. de stad ligt in een kom;
3. een eendenkom;
4. de havenkom;
5. de bebouwde kom der gemeente.