Gepubliceerd op 11-11-2021

glans

betekenis & definitie

m. in bet. 1 glanzen (1 zachte schittering, schijn, schijnsel; 2 fig. luister, pracht; 3 poetsmiddel; 4 loodglans):

1. een zilveren, een matte glans, een schitterende glans; een glans van tevredenheid;
2. fig. de glans v. d. troon; ijdele glans, praal; met glans slagen, met ere;
3. glans voor kachels;
4. loodglans is zwavelmetaal met donkere metaalglans en gemiddelde hardheid.