Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- wegcijferen
- wegdoen
- wegdoezelen
- wegdragen
- wegdruipen
- wegduiken
- wegedoorn, wegedoren
- wegel
- wegen
- wegenis
- wegennet
- wegens
- wegentaks
- weger
- wegeren
- wegering
- weggaan
- wegge
- weggevoerde
- weggooien
- weggraaien
- weghebben
- wegjagen
- wegkunnen
- wegkwijnen
- weglaten
- weglating
- weglatingsteken
- wegleggen
- wegleiden
- weglopen
- wegmaat
- wegmaken
- wegmoffelen
- wegnemen
- wegpakken
- wegpinken
- wegrennen
- wegrit
- wegroepen
- wegscheren, zich
- wegschieten
- wegslepen
- wegslepend
- wegsmelten
- wegsterven
- wegvagen
- wegvak
- wegvloeien
- wegvoeren voerde weg, h. weggevoerd (elders heenvoeren): Nebucadnezar (zie ald.) voerde het Joodse volk weg naar Babylon
- wegwedstrijd
- wegwerken
- wegwerker
- wegwerpen
- wegwijs
- wegwijzer
- wegwissen
- wegzakken
- wegzenden
- wegzetten
- wegzinken
- wegzweven
- wei
- weiachtig
- weiboter
- weide
- weidebloem
- weidegeld
- weidehuur
- weiden
- weidepad, weipad
- weidepieper, weipieper
- weider
- weiderij
- weideveld
- weidman
- weidmes
- weids
- weidspel
- weifelaar
- weifelen
- weifelmoedig
- weiger
- weigeraar
- weigerachtig
- weigeren
- weigerig
- weigering
- weigroen
- weikaas
- weiland
- weiman, weimes
- weinig
- weinigje
- weispel
- weister
- weit
- weitas
- weitebrood
- weivlies