Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie P
- pianoklasse
- pianokrukje
- pianola
- pianomuziek
- pianospelen
- pias
- piasserig
- piaster
- piauter, peauter
- piazza
- picador
- picaresk
- picaro
- piccolo
- Pickelhaube
- pickles
- picknick
- picknicken
- pickpocket
- picrinezuur
- pictura
- picturaal
- pidjetten
- pièce
- piechem
- pied-à-terre
- piedestal
- piefpaf
- piegem
- piek
- piekelen
- piekeren
- piekeval
- piekfijn
- piektijd
- piel
- Piëmont
- Piëmontees
- piempampoentje
- pienter
- piep
- piepa
- piepel
- piepeling
- piepen
- pieper
- pieperig
- piepjong
- piepkuiken
- piepstem
- piepzak
- pier / Pier
- piere
- pieremachocheltje
- pierement
- pieren
- pierenland
- pierenverschrikker
- pierewaaien
- pierewaaier
- piering
- Pierlala
- Piero, Pierrot
- Piet / piet
- Piet Snot
- piëta
- pietdood
- piëteit
- Pieter
- pieterig
- pieterman
- Pieternel
- pieterselie
- Pieterspenning of Sint-Pieterspenning
- piëtisme
- piëtist
- piëtisterij
- pietje / Pietje
- pietjitten
- pietlut
- pietluttig
- pieus
- piezeltje
- piëzometer
- pifpaffen
- pigment
- pij
- pijjekker
- pijken
- pijl
- pijlbundel
- pijler
- pijlgewicht
- pijlgift
- pijlinktvis
- pijlkoker
- pijlkruid
- pijlstaart
- pijlwortel
- pijlwortelmeel
