Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- minnekozen
- minnelied
- minnelijk
- minnen
- minnenijd
- minnezanger
- minor
- minoraat
- minoriteit
- Minos
- Minotaurus
- minst
- minstens
- minstreel
- minteken
- minus
- minuscuul
- minuskel
- minutieus
- minuut, minute
- minuutwijzer
- minvermogend
- minvermogende
- minzaam
- mio conto
- Miölner
- mir
- mirabel
- mirabile dictu
- miraculeus
- mirakel
- mirakelspel
- Mirjam
- mirliton
- mirre, myrrhe
- mirt
- mirtebes
- mirtekrans
- mis
- misachten
- misanthroop
- misanthropie
- misbaar
- misbak
- misbakken
- misbaksel
- misbillijken
- misboek
- misbruik
- misbruiken
- miscellaneeën
- miscrediet
- misdaad
- misdadig
- misdeeld
- misdienaar
- misdoen
- misdragen, zich
- misdrijf
- misdrijven
- misdruk
- misduiden
- mise
- mise-en-scène
- miserabel
- misère
- miserere
- miserie
- misgaan
- misgelden
- misgewas
- misgooien
- misgreep
- misgrijpen
- misgunnen
- mishagen
- mishande
- mishandelen
- mishandeling
- mishanden
- mishebben
- miskennen
- miskenning
- miskocht
- miskomen
- miskraam
- miskrediet
- misleiden
- misleider
- mislopen
- mislukken
- mismaakt
- mismaaktheid
- mismaken
- mismas
- mismoedig
- misnoegd
- misnoegen
- misnoemen
- miso…