Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- tijdig
- tijding
- tijdingzaal
- tijdkorting
- tijdkring
- tijdlang
- tijdmaat
- tijdmeter
- tijdopname
- tijdopnemer
- tijdpassering
- tijdperk
- tijdpunt
- tijdregeling
- tijdrekening
- tijdrekenkunde
- tijdrovend
- tijdruimte
- tijdsbestek
- tijdschrift
- tijdsein
- tijdsgewricht
- tijdsomstandigheid
- tijdsorde
- tijdstip
- tijdstroom
- tijdsverloop
- tijdsverschil
- tijdtafel
- tijdvak
- tijdverdrijf
- tijdverlet
- tijdwijzer
- tijen
- tijgen
- tijger
- tijgerachtig
- tijgergevecht
- tijgerhond
- tijgerin
- tijgerkat
- tijgerkooi
- tijgerlelie
- tijgerslang
- tijgerval
- tijglas
- tijhaven
- tijk
- tijloos
- tijm
- tijrivier
- tik
- tikar
- tikje
- tikjuffrouw
- tikkel
- tikkelen
- tikken
- tikkenhaan
- tikker
- tikkertje
- tikschrift
- tiktak
- tiktakken
- tiktakschijf
- tiktakspel
- til
- tilbaar
- tilbury
- tilda
- tillen
- timbre
- Time is money
- timekeeper
- timide
- timiditeit
- timmerage
- timmerbijl
- timmeren
- timmergereedschap
- timmerhout
- timmerloods
- timmerman
- timmermansbaas
- timmerwerf
- timmerwerk
- timocratie
- Timon
- timp
- timpaan
- timpje
- tin
- tinachtig
- tinader
- tinctuur
- tinerts
- tinfoelie
- tingel
- tingel-tangel
- tingelen
